Semiotiek
Semiotiek: houdt zich bezig met tekens en de betekenissen die hiermee samenhangen. Semiotiek kan betrekking hebben op symbolen maar ook op combinaties van tekens.
Een
teken is iets dat waarneembaar is en het vertegenwoordigt iets wat niet
aanwezig is: een object waarnaar verwezen wordt.
Vaak
geeft de plaats, de omgeving of context van het teken aanwijzingen in welke
richting we de betekenis van het teken moeten zoeken.
Tekens
krijgen hun belangrijkste betekenis door de combinaties met andere tekens. En
door hun al dan niet expliciete relaties met tegengestelde tekens. Het concept
“rijk” geeft alleen betekenis doordat we het begrip “arm” kennen.
Behalve
dat een teken waarneembaar is en in de plaats van iets anders staat, is het
iets dat aanzet tot interpretatie. Het teken verwijst niet alleen naar het
object, het doet er ook een uitspraak over. Deze uitspraak noemen we
interpretatie.
Hoe kan
een teken verwijzen? Om daar een antwoord op te geven onderscheidt Peirce 3
typen relaties tussen een teken en dat waar het teken naar verwijst: een
iconische, een indexicale en een symbolische relatie.
Iconische
tekens
een
teken is iconisch als het gelijkenis vertoont met iets anders. Bij uitstek
iconisch zijn standbeelden, foto’s en film: wat je ziet, lijkt heel erg op wat
er is afgebeeld. Pictogrammen worden doorgaans ook begrepen door hun iconische
betekenis. Pictogrammen zijn bijvoorbeeld vaak geabstraheerde en vereenvoudigde
afbeeldingen van het object.
Indexicale
tekens
We
noemen een teken indexicaal als het een belangrijke verwantschap vertoont met
het object zonder erop te lijken. Rook duidt op vuur, vossensporen op de
aanwezigheid van vossen, vingerafdrukken leiden tot de dader.
Symbolische
tekens
Een nog
losser verband tussen object en teken vind je wanneer de relatie is gebaseerd
op afspraken, regels of gewoontes. Het teken staat symbool voor het object.
Daarvoor moet je wel kennis hebben van de culturele codes in de samenleving.
(bijv. kruis->kerk)
Betekenislagen:
de theorie van Barthes een tweede onderscheid uit de semiotiek dat door veel
communicatiespecialisten wordt gebruikt, is dat van gelaagde betekenis. Volgens
Barthes krijgen tekens in principe altijd op twee niveaus betekenis: op
denotatief en connotatief niveau. De analysemethode van Barthes wordt vooral
gebruikt in onderzoek naar interpretatie van beelden binnen een bepaalde
sociale groep of cultuur.
Denotatie
Herkennen
wat er wordt afgebeeld. Je kunt in denotatie twee lagen aanbrengen. Primaire
denotatie: afbeelding van een schelp (je ziet de vorm, rangschikking, grootte,
onderlinge afstanden, proporties, materiaal, kleur). Secundaire denotatie:
oliegigant (objectieve betekenis waarvoor je wat meer kennis nodig hebt) ->
over denotatie zal niet veel discussie zijn.
Connotatie
Connotatie
vertoont meer variatie, het gaat om een gevoelswaarde.
- Connotatie op cultureel niveau (op grond van gedeelde waarden)
- Connotatie op individueel niveau (op grond van persoonlijke waarden)
- Connotatie op cultureel niveau (op grond van gedeelde waarden)
- Connotatie op individueel niveau (op grond van persoonlijke waarden)
Peirce
beschrijft de wijze waarop het teken verwijst naar het object
(eenrichtingsverkeer). Van het object naar het teken naar de betekenis. Het
proces van Barthes is wederkerig: het publiek kan de tekens een andere betekenis
geven dan de maker van het beeld bedoelde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten